top of page

DE SCHAAMTE VOORBIJ

 omdat niet elke regenboog eindigt in een pot met goud

Plotseling klopte alles

Heb je wel eens zo’n detective serie gezien waarin allerlei gebeurtenissen en feiten boven tafel komen waar niemand een touw aan vast kan knopen omdat er één cruciaal element ontbreekt? En zodra dat ene element dan boven komt, valt alles plotseling op z’n plek. Nou, dat is mij gisteren overkomen.

Ik kon het maar niet vatten, kon onmogelijk begrijpen waarom een directeur van een christelijke basisschool en diaken in een Christelijk Gereformeerde Kerk, zijn bloedeigen zoon iets aan zou hebben gedaan. Ergens bleef in mijn hoofd maar zitten dat ik daar toch zelf schuld aan moest hebben gehad want iemand zoals hij zou zoiets toch nooit zomaar doen?

Ik zocht de oorzaak bij mijzelf

Ik wilde niet luisteren, ik was ongehoorzaam, ik deed niet wat me gezegd werd, kreeg ik altijd te horen. Dan verdiende ik de klappen die ik kreeg toch? Dan moest ik toch blij zijn dat hij me achteraf troostte en me liet merken dat hij, ondanks dat ik zo dwars was, van me hield? Waarom voelde dat dan niet zo? Waarom voelde ik me dan altijd onterecht behandeld? Waarom walgde ik er dan altijd van als hij me, huilend omdat het hem zo’n verdriet deed dat hij me moest straffen, streelde en kuste? Waarom voelde ik me dan zo vies als ik hetzelfde bij hem moest doen?

Ik zocht de oorzaak bij mezelf. Ik voelde me altijd boos en opstandig en dat sloot perfect aan op wat hij in mijn hoofd plantte, nl. dat ik dwars en verkeerd was. Ik voelde me een slecht kind. Een kind dat ongehoorzaam was en zijn vader haatte omdat hij gestraft werd voor die ongehoorzaamheid. Een kind dat daarom weigerde van zijn vader te houden.

Niemand mocht het weten

Ik schaamde me ervoor want, opgroeiend in een streng gelovig gezin, werd mij altijd voorgehouden dat ik mijn ouders hoorde te respecteren en te gehoorzamen. Waarom kreeg ik dat dan niet voor elkaar? Waarom haatte ik ze dan? In mijn beleving was dat alleen maar mogelijk als ik door en door slecht was. Ik was als de dood dat iemand daar achter zou komen en keek dus wel uit iemand te vertellen wat er thuis gebeurde. Immers, als ik zou zeggen dat mijn vader me vrijwel dagelijks sloeg, zouden ze ook weten dat ik door en door slecht was. En als ik dan ook nog eens zou vertellen dat ik ervan walgde als hij, hevig geëmotioneerd, seks met me had, zouden ze me waarschijnlijk nog ondankbaar vinden ook.

Dus hield ik mijn mond, ook toen ik al jaren het huis uit was. Ik dacht dat het achter me lag en had totaal niet in de gaten dat alles wat er vroeger gebeurd was, me gemaakt had tot iemand die zijn gevoelens keurig weggestopt had omdat hij geleerd had dat ze onredelijk en verkeerd waren. Ik was gewoon zo, stil, teruggetrokken, mensenschuw en permanent ongelukkig omdat ik niet beter wist dan dat niemand me wilde horen.

Losse flarden

Zelfs toen ik vorig jaar begon te praten, bleef diep van binnen het gevoel dat het aan mezelf had gelegen. Ik heb altijd herinneringen gehad aan het slaan en het misbruik, maar het waren losse flarden met als ogenschijnlijk enig verbindend element dat ik een moeilijk kind was. Opzichzelfstaande gebeurtenissen die, naar ik dacht, telkens veroorzaakt werden door hetzelfde: ik was ongehoorzaam. Daarom kreeg ik straf en daarom had mijn vader seks met me, want hij hield van me, ondanks dat ik zo moeilijk was. Dat hij daarmee grenzen overschreed, snapte ik inmiddels wel maar desondanks bleef ik denken dat de oorzaak bij mij lag en kon ik het hem niet echt kwalijk nemen.

Herbelevingen

Sinds december vorig jaar komen herinneringen steeds indringender terug en kreeg ik last van intense herbelevingen, compleet met hevige angst, die zich meestal midden in de nacht openbaarden. Zo erg dat ik soms in mijn slaap begon te hyperventileren en helemaal overstuur, buiten adem, badend in het zweet en met bonkend hart wakker schrok. Sommige herinneringen waren zo gruwelijk dat ik er alles aan deed ze weg te duwen, want erover praten, kon ik niet. Aan de ene kant omdat ik doodsbang was voor wat het opriep, aan de andere kant omdat ik niet kon geloven dat het echt gebeurd was en bang was dat anderen mij als een soort perverseling zouden zien. Ik kon me niet voorstellen dat mijn vader zoiets echt zou hebben gedaan want het ging veel verder dan slaan en seksueel misbruik onder het mom van troosten en liefhebben en daarom dacht ik dat het mogelijk iets was wat in mijn fantasie ontstaan was. Ik kon het niet plaatsen hoewel de beelden en gevoelens altijd op de achtergrond aanwezig zijn geweest. Achter een dik gordijn, zodat ik er niet echt bij kon.

Maar gisteren vielen een heleboel, op zich onschuldig lijkende herinneringen ineens op hun plaats en zag ik de logica van wat er werkelijk speelde. En toen drong tot me door dat ook die afschuwelijke beelden in mijn hoofd wel degelijk echt gebeurd waren.

Slijterij

Ik herinner me dat ik als klein jochie door mijn vader naar de slijter werd gestuurd om drank te halen. Natuurlijk mocht dat niet maar mijn vader belde van te voren op en vertelde dat ik eraan kwam en dat het goed was als mij werd meegegeven wat ik moest halen. Meestal was dat Beerenburg, Vieux en Rum. Er werd nooit een probleem van gemaakt, iedereen kende mijn vader en vertrouwde hem. Ik herinner me dat ik er geen zin in had, ik zeulde me kapot met die zware flessen en gaf dat ook aan maar ik had maar te doen wat me opgedragen werd. Op zich vond ik die slijterij trouwens wel spannend. Het was toch een plek waar kinderen niet mochten komen en ik kwam er dus wel. Wanden vol met flessen drank in donkerbruine kasten. Het had iets gezelligs, vond ik. Bovendien vond ik het er lekker ruiken. Op zich was het dus, behalve mijn tegenzin vanwege die zware flessen, geen echt nare herinnering.

Rum-cola

Iets anders dat ik me herinner, was dat ik, toen ik een jaar of tien was, eens een glas Coca Cola inschonk op een bloedhete dag. Coca Cola was voor mijn vader, daar mocht ik helemaal niet aan zitten, voor mij was er van die goedkope cola anders werd het te duur, zei mijn moeder altijd. Maar er was niks anders meer en het was heet dus heb ik toch een glas ingeschonken. Ik vond het veel lekkerder dan de cola die ik normaal voorgeschoteld kreeg, dronk het glas in één keer leeg en schonk nog een glas in. Met dat glas ben ik het balkon opgelopen, waar mijn moeder lag te zonnen. Ze schoot overeind en pakte me het glas af. Ik mocht dat niet opdrinken want er zat rum in, zei ze. Dat was voor-gemixt omdat ze die avond een feestje zouden hebben. Ik heb toen opgebiecht dat ik al een glas ophad en daar hebben we samen, nadat ik beloofd had dat ik voortaan van mijn vaders cola af zou blijven omdat er alcohol in zat en mijn moeder beloofd had dat ze niks tegen mijn vader zou zeggen, best om gelachen.

Feestjes

Die feestjes vonden plaats in de kelder, waar mijn vader een huisbar had gebouwd. Ik herinner me dat ik regelmatig ’s nachts wakker werd vanwege luidruchtige mensen beneden en buiten, maar ook dat ik wel eens wakker werd van wildvreemde mensen in mijn slaapkamer die behoorlijk luidruchtig waren. Ik herinner me ook dat mijn ouders regelmatig naar feestjes van andere mensen gingen. Dan werd ik alleen thuis gelaten en lag er naast de telefoon een stuk papier met in grote cijfers het telefoonnummer erop waar ze te bereiken waren. Ik was bang alleen thuis en belde soms huilend op. Meestal kreeg ik te horen dat er niks was om bang van te zijn en dat ik moest gaan slapen maar soms kwamen ze toch thuis. Kwaad op mij omdat ik een aansteller was en zij thuis hadden moeten komen voor niks.

Slapen

Ik herinner me dat mijn vader ’s ochtends heel vaak hoofdpijn had. Ik kreeg regelmatig op mijn donder omdat ik teveel lawaai maakte waardoor hij niet kon slapen. Behalve mijn vader die heel vaak hoofdpijn had en uit moest slapen, lag mijn moeder elke dag overdag te slapen. Het kwam erg vaak voor dat ik haar wakker moest maken als ik thuis kwam uit school en dan had ze nooit tijd voor me want dan moest ze zo nog van alles doen. Boodschappen, stofzuigen, poetsen, alles deed zij pas als ik thuis was terwijl ze daar in feite de hele dag de tijd voor had gehad.

Ineens drong het door

En toen drong het ineens tot me door. Plotseling veranderden die luidruchtige mensen beneden, buiten en in mijn slaapkamer in lallende dronkelappen. Plotseling werd hoofdpijn in de ochtend een kater en werd overdag slapen, een roes uitslapen. Plotseling werd een klein kind naar de slijter sturen, te brak zijn om zelf te gaan en werd cola, speciaal voor mijn vader, een manier om onopvallend te drinken. Ik besefte het nog maar net toen ineens ook de woede uitbarstingen van mijn vader, gevolgd door hevige geëmotioneerde liefdesverklaringen in combinatie met seksuele handelingen, veranderden in dronkemansgedrag.

Behoorlijk overdonderd door het besef dat alles wat er vroeger gebeurd was hartstikke logisch was als ik er vanuit ging dat mijn ouders een (verborgen) drankprobleem hadden, plopte er nog een herinnering tevoorschijn. Een klein bruin flesje met een zwart plastic dekseltje waaraan een soort hefboompje zat met aan het uiteinde een piepklein lepeltje dat ik, toen ik een jaar of veertien was, in mijn moeders tas had gevonden. Toen ze zag dat ik het in mijn hand had, zei ze snel dat ze het gevonden had en niet wist wat het was.

Ergens ging er toen al een alarmbel af maar ik negeerde het en geloofde haar, vooral omdat ik me niet kon voorstellen dat mijn ouders zoiets zouden doen. Maar toen de herinnering gisteren bovenkwam, wilde ik het weten en dus tikte ik in Google in: bruin flesje, lepeltje. Eigenlijk dacht ik dat de informatie te summier was om een zinnig resultaat tevoorschijn te toveren maar dat bleek niet waar te zijn. Ik herkende het onmiddellijk en ik had gelijk. Wat ik toen ergens al dacht, vooral omdat in dat flesje dat mijn moeder had wit poeder zat, bleek te kloppen; dat flesje was een coke-snuifpotje.

Alles klopte

Van het één op het andere moment veranderde het beeld dat ik van mijn keurige, vrome ouders had. Drank- en drugsgebruik, daar draaide het dus om! Dat verklaarde echt alles. De ongecontroleerde woede uitbarstingen, de overdreven emotionele spijtbetuigingen, de seksuele handelingen, maar ook het chronische geldgebrek wat altijd aangevoerd werd als reden waarom ik niks mocht. Zelfs de dood van mijn moeder, twee jaar geleden, werd ineens logisch. Want als zij stomdronken en high, midden in de nacht, in de auto was gestapt, was het helemaal zo raar niet dat ze de plomp ingereden was. En ik maar denken dat zij niet tegen mijn vader op kon en me daarom nooit hielp als hij me betastte, me verkrachte, me dwong hem te bevredigen, me ‘uitleende’ aan andere mannen en me liet fotograferen en filmen. Ze heeft me zelfs aangegeven toen ik haar ooit, in mijn wanhoop omdat ze toeliet wat mijn vader deed, geslagen heb. Want ze stond erbij en deed niks. Helemaal niks.

Toen mijn vader, na haar overlijden, zei dat het weinig uitmaakte wat de oorzaak van haar dood was en dat hij geen behoefte had aan een autopsie of technisch onderzoek aan haar auto, ben ik erin meegegaan. Eigenlijk omdat ik ervan uitging dat ze er zelf voor had gekozen haar leven te beëindigen vanwege dat ze het leven met mijn vader niet langer aankon. Maar nu kijk ik daar heel anders tegenaan. Nu denk ik dat een autopsie wel eens uit had kunnen wijzen dat ze onder invloed van drank en drugs was. En dat was natuurlijk niet iets wat mijn vader aan de grote klok wilde hangen.

Ik deed niks verkeerd

Wat er gisteren is gebeurd, heeft mijn leven radicaal overhoop gehaald. Sowieso het idee wat ik altijd gehad heb dat mijn gedrag aanleiding was voor mishandeling en misbruik. Dat is dus gewoon niet waar. Al die jaren heb ik helemaal voor niks gedacht dat er iets mis was met mij. Al die jaren heb ik helemaal voor niks mijn best gedaan een goeie zoon te zijn. Nu snap ik waarom ik me altijd onterecht behandeld voelde: ik deed niks verkeerd. Mijn gevoel klopte dus. Ik was niet opstandig en dwars omdat ik een moeilijk kind was, ik was opstandig en dwars omdat mijn ouders me, als gevolg van drank- een drugsmisbruik, ronduit schandalig behandelden.

Aan de ene kant is dat een opluchting, maar aan de andere kant maakt het me laaiend. Zij lekker zuipen en snuiven, van het ene feest naar het andere en ondertussen mij aan m’n lot overlaten en hun lusten op me botvieren, zich totaal niet bekommerend om wat dat met mij deed. Tegenover de buitenwereld de schijn ophouden dat ze zulke keurige, vrome christenen waren en ondertussen alles doen wat God verboden heeft. En ik mag nu de puinhoop die mijn leven daardoor is geworden, proberen op te ruimen.

Ik ben er gisteren letterlijk kotsmisselijk van geweest. Vooral omdat er nog zoveel meer is wat nu ineens verklaarbaar is en/of bovenkomt. Het is net een lawine die over me heen dondert en me volledig van m’n sokken blaast. Maar goed, ik moet ermee verder, of ik nu wil of niet en dus zet ik mijn schouders er maar weer onder.

bottom of page