De macht van onmacht
Eergisternacht had ik een droom die me niet losliet. In mijn droom was ik in een zakelijk gesprek verwikkeld met twee mannen en kreeg ik te horen dat ze zouden overwegen me nog een kans te geven want ik had in het verleden laten zien dat ik onbetrouwbaar was. Ik heb die beide mannen alleen maar aan zitten staren, was niet in staat adequaat te reageren en voelde me heel onterecht behandeld. Hoe konden ze mij nu onbetrouwbaar noemen? Ik werk me altijd uit de naad, ben een ontzettende perfectionist, overdenk alles heel goed en stuur projecten ook strak aan. Klanten zijn altijd tevreden over werk wat ik heb uitgevoerd, dus waar haalden die mannen het vandaan dat ik niet betrouwbaar zou zijn? Al dit soort vragen schoten in die droom door mijn hoofd. Ik kreeg ze alleen met geen mogelijkheid over mijn lippen, alles blokkeerde.
Die droom heeft me gisteren de hele dag dwars gezeten want waarom droomde ik zoiets? Er was niks gebeurd op mijn werk dat aanleiding gaf voor zo’n droom. Vanochtend drong het ineens tot me door. Wat in die droom gebeurde, was precies hetzelfde als wat ik ervaar als mensen me vragen hoe het met me gaat en daarna met goedbedoelde, maar meestal onbruikbare, adviezen komen.
Weggelopen
Ik moest in dit verband terugdenken aan toen ik op mijn achttiende weggelopen was en na een paar dagen door de politie teruggevonden werd. Mijn vader had dat slim aangepakt, hij had de politie o.a. verteld dat hij drugs in mijn kamer had gevonden en had dat gebruikt om mij neer te zetten als een probleemjongen. Dat was niet zo moeilijk, realiseer ik me nu, want ik had een strafblad, opgelopen op mijn zestiende omdat ik mijn mond hield over wat er met mij gebeurde, waardoor ik gestraft werd voor iets wat daar een gevolg van was en wat ik anders nooit gedaan zou hebben.
Toen ik door de politie ondervraagd werd, voelde het alsof ik door een betonblok verpletterd werd. Ik kon niks meer zeggen, voelde me ontzettend machteloos terwijl het in mijn hoofd één grote chaos was. Het enige wat ik kon, was stuurs voor me uit kijken wat, uiteraard, die politieagenten het idee gaf dat wat mijn vader had gezegd, waar was.
Later, toen mijn vader op het politiebureau verscheen en vertelde dat hij hulp voor me ging zoeken om af te kicken, kwam dat betonblok opnieuw want ik wist dat het een leugen was. Ik gebruikte geen drugs, dus hoefde ik niet af te kicken. Hij zei dat alleen maar om de indruk te wekken dat hij een bezorgde vader was zodat ze mij met hem mee terug naar huis lieten gaan. Het voelde alsof ik met mijn rug tegen de muur stond, dus zei ik weer niks en liet alles maar over me heen komen.
Foto’s
Dat betonblok was ook de oorzaak dat ik op mijn zestiende in een justitiële jeugdinrichting terechtkwam. Mijn vader had me zover gekregen dat ik me liet fotograferen door een wildvreemde. Hij confronteerde me ermee toen ik op een dag uit school kwam en zei dat hij een fotograaf had gesproken die een cursus ‘figuur fotografie’ wilde geven en daar een model voor zocht. Mijn vader zei dat hij hem over mij verteld had, dat ik zo vrij was en een mooi lichaam had. Hij had met die man afgesproken dat hij een proefsessie mocht doen om te beoordelen of ik geschikt was.
Ik heb gezegd dat ik het niet wilde, ik had al moeite genoeg met de foto’s en filmpjes die mijn vader van mij maakte, maar hij zei dat de afspraak al gemaakt was en ik hem niet in de steek kon laten omdat ik hem dan voor schut zette. Ik ‘mocht’ trots op mijn lichaam zijn en me vereerd voelen dat zo’n fotograaf mij als model wilde. Maar, zo beloofde hij me, als ik het echt niet leuk vond, hoefde ik er niet mee door te gaan.
Ik moest me niet aanstellen
Geloofde ik zijn belofte toen? Misschien wilde ik het geloven maar eigenlijk wist ik al van te voren dat hij, als ik aan zou geven dat ik het echt niet meer wilde, met andere argumenten zou komen die me klem zouden zetten. En dat gebeurde ook, want toen ik, na die eerste keer, zei dat ik er niet mee door wilde gaan omdat ik het niet leuk vond, ontkende hij dat glashard. Ik had er overduidelijk van genoten, gezien het feit dat ik moeiteloos een erectie had gekregen. Hij hield me voor dat ik me daar niet voor hoefde te schamen en me niet zo moest aanstellen.
Opnieuw kwam dat betonblok. Ik voelde me zo machteloos, walgde van dat fotograferen en vooral van die fotograaf. Ik vond het een gluiperd, voelde me ontzettend ongemakkelijk en bekeken bij die engerd en het idee dat er een volgende keer meer mannen bij zouden zijn die ik niet kende en die mij zouden fotograferen, stond me al helemaal niet aan. Het idiote was overigens dat het, als ik eraan terugdacht, een soort spanning opriep die telkens weer resulteerde in een erectie. Dat verontrustte me, want daardoor kreeg ik het idee dat mijn vader misschien gelijk had, dat ik het wel leuk vond maar me daarvoor geneerde.
Oncontroleerbare woede
Het liep uit de hand toen mijn vader aan kwam zetten met de contactafdrukken van die proefsessie en ze vol trots aan mijn moeder en mij liet zien. Mooie foto’s, mocht ik trots op zijn, praatte ze hem naar de mond. En weer zat ik onder dat betonblok en zei niks. Later, toen mijn vader naar een vergadering moest, heb ik haar gesmeekt hem te overtuigen dat ik het echt niet wilde maar, in plaats van dat ze me hielp, begon ze hem te verdedigen. Ze zei dat hij zo trots op me was en dat ik hem zou teleurstellen en meer van dat soort onzin.
Op dat moment verloor ik de controle over mezelf. Ik heb haar uitgescholden, haar geschopt en geslagen, net zolang tot ik ineens door twee politieagenten stevig vastgehouden werd. Mijn vader was in allerijl naar huis gekomen en stond met een paar andere agenten te praten. Ik was zo woedend dat het me compleet ontging wat er op dat moment precies gebeurde, geloof dat ik toen zelfs dacht dat ik het voor elkaar had, dat alles uit zou komen en het zou stoppen.
Er werd niet naar me geluisterd
Mijn moeder werd met een ambulance naar het ziekenhuis vervoerd en ik zat ineens op het politiebureau waar ik verhoord werd. Zonder ouders want mijn vader was met mijn moeder mee naar het ziekenhuis. Ik wilde vertellen wat er thuis gebeurde maar kreeg de kans niet. Onze buren, die de politie bleken te hebben gebeld, hadden verteld dat ze vaker flinke ruzies bij ons thuis hoorden en mijn vader had dat aangedikt. Hij had die agenten namelijk verteld dat ik onhandelbaar was. Mijn pogingen te vertellen dat ik thuis gedwongen werd dingen te doen die ik niet wilde, werden dientengevolge uitgelegd als recalcitrant pubergedrag. Er werd verder totaal niet naar me geluisterd met als gevolg dat dat betonblok weer op me donderde en ik niks anders deed dan stuurs voor me uitkijken. Het leverde me drie maanden jeugddetentie op, inclusief een strafblad en verplichte therapie, gericht op agressiebeheersing.
Mijn zelfbeeld werd bevestigd
Als ik nu aan dit soort gebeurtenissen terugdenk, snap ik dat anderen mijn zwijgen uitlegden als bevestiging dat het beeld dat mijn vader van mij neerzette, klopte. Ze noemden me recalcitrant en dat label kwam hem heel goed uit. Het sloot ook perfect aan op hoe ik mezelf zag want mijn hele leven had hij me wijsgemaakt dat ik ongehoorzaam was en niet wilde luisteren en dat was ik gaan geloven. Het bevestigde dus alleen maar het gevoel dat ik altijd al had gehad, namelijk dat ik door en door slecht was en derhalve geen recht van spreken had.
Dat gevoel ben ik in mijn volwassen leven eigenlijk nooit echt kwijtgeraakt. Ik kan maar moeilijk geloven dat anderen vinden dat ik iets goed doe maar, naarmate ik langer uit huis was en meer positieve reacties kreeg, werd het wel makkelijker dat gevoel weg te duwen. Er is alleen heel weinig voor nodig om het opnieuw boven te halen en dan dondert dat oude betonblok, met een enorme vaart, weer naar beneden. Dan voel ik me weer net zo onterecht behandeld en/of niet gehoord als vroeger, vooral omdat ik, nog steeds, net als vroeger, enorm mijn best doe dat wat ik doe, zo goed mogelijk te doen.
Het blijft zich herhalen
Hetzelfde speelt mee als het gaat om hoe mensen nu reageren als ik vertel hoe het met me gaat of als ik probeer mijn verhaal te delen. Op een enkeling na, heb ik steeds het gevoel dat ze niet echt naar me luisteren als ik eerlijk vertel hoe het met me gaat, want ze kappen me, voor mijn gevoel, af met goedbedoelde adviezen waar ik helaas weinig mee kan. Dat haalt het oude gevoel dat ik er niet toe doe boven en dat veroorzaakt direct het naar beneden donderende betonblok. Dan kruip ik terug in mijn hoofd, hou alles voor mezelf en probeer te zijn zoals ik denk dat anderen me het liefste hebben, in plaats van te zeggen dat ik niks met hun adviezen kan en aangeef waar ik wel behoefte aan heb.
Nachtmerries en herbelevingen
Ik betrap mezelf er de laatste tijd vaak op dat ik heel bewust afweeg of ik eerlijk antwoord zal geven op de vraag hoe het met me gaat of maar gewoon zal zeggen dat het wel goed gaat. Steeds vaker kies ik voor het laatste maar dat is geen oplossing, want dan kan ik mijn ei nergens kwijt. Dat wreekt zich in dromen die in rap tempo verworden tot nachtmerries en herbelevingen, waardoor ik nauwelijks nog slaap en, letterlijk, steeds stijver sta van de spanning. Wat ik dan weer niet durf te laten merken omdat ik dan weer het gevoel krijg afgekapt te worden met goedbedoelde adviezen. Het is een vicieuze cirkel die ik moet doorbreken, want het wordt van kwaad tot erger.
Vicieuze cirkel doorbreken
Dat is wat die droom me volgens mij liet zien. Als ik die vicieuze cirkel niet doorbreek, houdt dat gevoel van onmacht macht over me, ongeacht in welke situatie. Ik moet dat betonblok kunnen ontwijken om te zorgen dat het me niet verplettert zodat ik kan zeggen wat er in me omgaat en kan aangeven waar ik behoefte aan heb. Wat in dat kader voor mij heel belangrijk is, is dat mensen duidelijk en eerlijk zijn. Ik hoor liever van iemand dat hij niet weet hoe hij moet reageren dan de zoveelste tegeltjeswijsheid waar ik niks mee kan want dat houdt mijn gevoel van onmacht in stand en dan word ik, opnieuw, verpletterd door dat betonblok. Dan kan ik het niet ontwijken omdat ik geen ruimte ervaar een stap opzij te zetten en trek ik me terug, met als gevolg dat de spanning zich torenhoog opbouwt en het steeds slechter met me gaat.
Ik verwacht geen oplossingen en/of adviezen en ook geen bemoedigende woorden of medeleven. Het enige wat ik wil, is dat er naar me geluisterd wordt en ik serieus genomen word zodat dat betonblok niet op me dondert. Simpelweg omdat ik nooit gehoord ben en het nodig heb dat dat nu wel gebeurt.