Vergeven of toegeven
Toen ik op mijn negentiende het huis uitging, dacht ik dat het voorbij was. Dan bedoel ik de lichamelijke en emotionele mishandelingen, want dat ik ook seksueel misbruikt was, zag ik toen absoluut nog niet. Wat overigens best raar was, want de laatste jaren dat ik thuis woonde, dwong mijn vader me in seksfilms te spelen. Hij bracht dat als erotische kunst en was er trots op dat hij mij zo vrij opgevoed had dat ik zoiets kon. Ondanks dat ik me kapot schaamde en me heel erg bekeken voelde, streelde zijn trots toch mijn gekwetste ego, denk ik. Daar kwam bij dat ik inmiddels een paar harde lessen had geleerd in het niet geloofd worden als ik zou proberen te vertellen dat wat ik deed, niet vrijwillig was. Ik had het dus opgegeven, was min of meer gebroken. Ik was van hem, hij bepaalde alles. Hij was de baas over mijn lichaam en over mijn geest en daar had ik me bij neergelegd.
Het had geen zin
Dus toen ik het huis uitging, was ik vooral opgelucht omdat ik eindelijk van hem af was. In eerste instantie wilde ik dan ook niks meer met hem te maken hebben. Alles in mij verzette zich tegen hem, alleen kon ik niet zeggen waarom, want dat had hij me vakkundig afgeleerd. Bijna vier jaar lang heb ik hem zo goed als doodgezwegen, tot groot verdriet van mijn moeder. Ze had het daar vaak met me over, drong erop aan dat ik het goed zou maken met hem, want ook hij had het er volgens haar moeilijk mee. Ik heb het een paar keer geprobeerd, maar het liep nooit ergens op uit want hij ontkende alles. Hij beweerde dat de menselijke geest tot veel in staat is en dat herinneringen subjectief zijn, zeker van kinderen. Waarmee hij voor mijn gevoel suggereerde dat wat ik me herinnerde niet gebeurd was of, op z’n minst, vertekend was. Ik heb het uiteindelijk opgegeven er met hem over te praten, het had toch geen zin.
Zand erover
Naarmate ik langer uit huis was, zakte alles wat er vroeger gebeurd was steeds verder weg. Het lag achter me en ik dacht, waarschijnlijk omdat ik er niet meer dagelijks mee geconfronteerd werd, dat het er niet meer toe deed. In 2011, op zijn verjaardag, heb ik hem gevraagd een stuk met me te gaan lopen omdat ik met hem wilde praten. Ik wilde het verleden afsluiten en had besloten hem, ook al weigerde hij toe te geven dat hij iets verkeerd had gedaan, te vergeven. Zand erover, niet meer aan denken. Over de seksuele kant heb ik het toen helemaal niet gehad, ik was me er totaal niet van bewust dat daar een probleem zat. Het waren vooral de lichamelijke en emotionele mishandelingen waar ik het zo moeilijk mee had, dacht ik.
Walging
Tijdens die wandeling heb ik hem gezegd dat ik een streep onder het verleden wilde zetten en hem had vergeven. Opgelucht en blij omdat ik niet meer boos op hem was, omhelsde hij me. Stijf als een plank stond ik toe dat hij me veel te dicht tegen zich aantrok en me vol op de mond kuste. Ik voelde walging, maar drukte het weg. Ik wilde immers niet meer boos op hem zijn.
En zo bleef het. Jarenlang. Elke keer als ik hem zag, trok hij me veel te dicht tegen zich aan en kuste me vol op de mond. En elke keer als dat gebeurde, verstijfde ik vol walging. Dat die walging iets met misbruik te maken had, had ik totaal niet in de gaten. Simpelweg omdat ik me er niet van bewust was dat ik misbruikt was. Ik voelde me eerder schuldig want ik wist niet beter dan dat die walging voortkwam uit boosheid en dat hoorde er niet meer te zijn omdat ik hem vergeven had, dacht ik.
Geen berouw
Pas gisteren, toen een bevriende dominee preekte over vergeving en zei hoe ontzettend moeilijk het is iemand die berouw heeft en vergeving vraagt voor iets wat je leven verwoest heeft, te vergeven, donderde het muntje dat al jaren vast zat, ineens naar beneden. Mijn vader had nooit berouw getoond of vergeving gevraagd. Sterker nog, hij heeft zelfs nooit erkend wat hij me aangedaan heeft en ging direct nadat ik verteld had dat ik hem vergeven had, gewoon op de oude voet verder! Alsof er niks aan de hand was. Ik was niet langer boos, dus kon hij weer met met me doen wat hij wilde, want ik zei geen ‘nee’ meer.
Door die preek werd me duidelijk dat het geen vergeven was geweest wat ik had gedaan, maar toegeven. Toegeven onder druk van mijn moeder, omdat zij het er moeilijk mee had dat mijn vader er zo’n verdriet van had dat ik hem doodzweeg. Hij had me klein, ik was degene die op had gegeven zonder dat hij zijn aandeel had hoeven erkennen en zonder daarvoor verontschuldigen aan te hoeven bieden, berouw te tonen en vergeving te vragen. Dat betekende dus dat er helemaal niks was veranderd. Ik was gewoon degene die het onderspit had gedolven, hij had zijn zin.
Nog nooit zo smerig
Toen me dit duidelijk werd, snapte ik ineens ook dat dat gevoel van walging helemaal niet iets was om me schuldig over te voelen. Het IS gewoon walgelijk om het lijf van de man die me jarenlang misbruikt heeft en dat glashard ontkent, tegen me aan te voelen. Het is ronduit smerig om zijn lippen op mijn mond te voelen. Nota bene iets wat ik als kind altijd probeerde te vermijden, door mijn hoofd weg te draaien!
Het komt hard aan te beseffen dat ik, tot vorig jaar september, iets waarvan ik altijd gewalgd heb, toch toe heb gelaten. Alleen maar omdat ik me er niet van bewust was dat ik misbruikt was en dacht dat die walging voortkwam uit mijn boosheid die er niet meer zou horen te zijn omdat ik dacht dat ik hem vergeven had. Bah. Ik geloof dat ik me nog niet eerder zo smerig heb gevoeld.
Nederig op zijn knieën
Gisteravond na afloop van de dienst heb ik nog een tijdje met die bevriende dominee nagepraat. Eén van de dingen die hij tegen me zei, was: “Je hoeft alleen maar te vergeven als hij op z'n knieën terugkomt om om vergeving te vragen. En als dat moment komt, laat dan je eigen schuld voor God de doorslag geven. Wat Christus heeft gedaan voor jou.”
Wat een opluchting was dat! Ik mag weer gewoon volop boos op mijn vader zijn. Dat is mijn goed recht, want hij heeft mijn leven verwoest en daar heeft hij nog nooit een seconde spijt van gehad. Misschien komt er ooit een dag dat hij inziet wat hij heeft gedaan en oprecht berouw toont. Dan mag hij nederig op zijn blote knieën door de straat naar me toe kruipen en niet alleen mij, maar ook God om vergeving vragen. Als die dag komt, zal ik Jezus hard nodig hebben, want alles in me schreeuwt om hem als een stuk vuil in de goot te laten liggen! Ik hoop dat het me gaat lukken hem dan te vergeven, maar tot die tijd wil ik niks meer met hem te maken hebben.